11- Axen, bouwstenen van de omgang

110 – Het dialogale model (71, 1-4)
Voorwaarden tot dialoog (80, 7-8)
Altruïsme (89, 1-4)
Jij-besef (94,7- 10)

111 – Taaldaden(30,9-16)
Een nieuwe woordenschat (36, 5-6)
Het woord als wapen (50, 7-8)

112 – De wereldomvattende kwestie van de relatiedefinitie (34, 1-2)
De oervorm is relatie (37, 19-20)
Relatie-benoemingen (48; 3-6)
Van relatie tot organoze (49, 9-10)
Van autonomie naar lotsverbondenheid (55, 7-10) (van Blarikom, J.)
De theorie van liefde en vrijheid (56, 3-4) (Degrande, P.)
Over relaties en absoluties (97,6-7) (Boenders, F.)

113 – Taxonomie van de bejegening (37, 21-24)

114 – Communicatiekanalen (49, 7-8)

115 – Het leerproces van volwassenen (25, 17-18)
Gradatie van kwaliteit (26, 17-18)
Handelen met ziel of zonder ziel (85, 5-6)
Valkuilen en uitdagingen (93, 1-2)

116 – Uit het rijke gamma van Axen
A11 – Zich tegenwoordig stellen (71, 11-12)
A12 – Verwelkomen (72, 5-6)
A13 – Verlatenheid (78, 13-14)
A15 – Een eigen plek veroveren (92, 1-2) 
A16 – Afzijdigheid (90, 7-8)
A21 – Eigenwaarde en uitstraling (31, 1-2)
A22 – Waardering (29, 3-4)
A23 – Kwetsbaarheid en vertrouwen (33, 1-2) 
A24 – Zelfverdediging en verzet (43, 1-2)
A25 – Vermaning en kritiek (30, 1-2)
A26 – Afzondering en geslotenheid (35, 5-6)
A31 – Gaven aanbieden, geschenken geven (74, 13-14)
A32 – Vragen, krijgen en aannemen (32, 1-2)
A33 – Armoede en soberheid (92, 3-4)
A34 – Beveiligen en vrijwaren (86, 7-8)
A35 – Toetsing en schoonmaak, vervuiling en vernieling (44, 9-10)
A36 – Het bijgehouden bezit (92, 5-6)
A41 – Dienstbaarheid (98, 5-6)
A42 – Genieten (79, 13-14)
A43 – Onkunde en onmacht toegeven (62, 1-2)
A45 – Storen, hinderen en pesten (98, 7-8)
A51 – Informeren (81, 9-10)
A52 – Zich informeren (40, 1-2)
A53 – Onwetendheid en onbegrip (96, 1-2)
A54 – De oren dicht (93, 3-4)
A55 – Kritisch bevragen (105, 7-8)
A61 – Richtlijnen en directiviteit (86, 5-6) 
A62 – Gehoorzaamheid (90, 5-6)
A63 – Ootmoed (77, 13-14)
A66 – Nondirectiviteit (83, 17-18)