Nand over de Relatiestudio

Uit het Tijdschrift voor Relatie-Ontwikkeling (sept1988)

Nand en de Relatie-Studio; wij laten hem hierover liefst zelf aan het woord.

“De Relatie-Studio is niet los te zien van het ontstaan en de geschiedenis van de Interactie-Academie. Deze had bij de start in 1971 de bedoeling om een brug te slaan tussen enerzijds volwasseneneducatie en anderzijds preventie en psychotherapie. Daaraan werd een bijscholing en opleiding gekoppeld van al datgene wat met menselijke interactie te maken had. Als medestichter was het mijn bedoeling om hierbij schooloverstijgend te zijn, om zodoende strekkingen zoals b.v. Transactionele Analyse ook mee te kunnen betrekken. Toen de meerderheid van de staf besliste zich toe te leggen en te beperken tot de strategische gezinstherapie en andere strekkingen opzij te schuiven, rees bij mij het besluit om tijd te
nemen en uit te werken wat bij mij in aanleg aanwezig was.

Toen ik in 1978 de Relatiestudio startte, was de eerste bedoeling uiteraard om te kunnen verder werken in hetzelfde domein en om instrumenten te ontwikkelen. Ik gaf mezelf 3 à 4 jaar de tijd om inhoudelijk de benadering op punt te zetten. Dit is wel wat langer uitgelopen”.

De intentie een brug te slaan tussen ‘volwasseneneducatie en psychotherapie’ is tot op vandaag een intens levende bekommernis van Nand. Waarom eigenlijk?
“Wel, het treft mij dat in de wereld van professionele begeleiders een enorme kloof is tussen deze twee werkwijzen. Deze twee werelden weten weinig van elkaars werkmethoden, hoewel zij – wat betreft de menselijke relatie- beiden met hetzelfde bezig zijn. Ik vind het jammer dat de psychotherapiewereld zich zo professionaliseert. Als cliënt dien je als het ware geprofessionaliseerd te zijn om geholpen te kunnen worden. Ik vind het bedenkelijk dat men psychotherapie teveel als een specialisme bekijkt, terwijl het gaat om een alfabetiseringsproces van heel de samenleving.
Als men de inzichten en verworvenheden vanuit de psychotherapie niet ten bate kan maken van de volwassenenvorming, dient men zich te beperken tot oplappen van wat er verkeerd loopt. Nooit krijgt men zo een betere samenleving.

Ik kan dit als volgt illustreren: Neem een dorpsgemeenschap in een broussegebied waar niemand kan lezen en schrijven en waar men beschikt over een leerkracht.
Er zijn twee mogelijkheden: men professionaliseert en elke bewoner kan op de leerkracht beroep doen voor het lezen en schrijven van zijn brieven. Zodoende houdt men de mensen onmondig. De andere mogelijkheid is dat die leerkracht alle bewoners uitnodigt met het aanbod hen te leren lezen en schrijven.
Ik opteer heel duidelijk voor het laatste. Vanuit de Relatiestudio betekent dit een uitnodiging naar de samenleving om de mensen, volgens de principes van de agogiek, te leren hoe zij met andere mensen kunnen omgaan en hoe zij ruzies, vetes, depressies e.d. kunnen voorkomen of er zich efficiënt en reëel in te leren behelpen.”

Om deze educatieve visie te realiseren, neemt de Relatiestudio verschillende functies waar.
Nand hierover: “De functie van de Studio, die ik graag op de eerste plaats stel en waarvan ik wil dat ze nooit zou verdwijnen, is deze van onderzoeksinstelling. Een onderzoeksinstituut, maar dan in het veld, in de praktijk, niet als een wetenschappelijk laboratorium. Onderzoek vanuit de deelnemers en cliënten is absoluut nodig, wil men de spirit, de vernieuwing en de bijschaving van de instrumenten niet missen.
Uit deze onderzoeksinstelling is de tweede functie van de Relatie-Studio geleidelijk aan gevormd. Een instelling voor sociaal-cultureel vormingswerk voor volwassenen. Ik vind dit een erg goede zaak omdat er hierdoor werk wordt gemaakt om de optie van de Relatiestudio uit te dragen naar verschillende bevolkingsgroepen. De derde functie, t.t.z.. het organiseren van een meer gestructureerd bijscholings- of opleidingsinstituut, is de volgende stap en een erg nuttige: gericht op het verbeteren van het begeleidingsambt voor die mensen die anderen in hun educatief of therapeutisch proces begeleiden”.
De Relatiestudio vibreert als centrum in een ruimere gemeenschap.

Een open en helder contact met de samenleving is waardevol. Hoe ervaart Nand deze verbinding?
“Ik ervaar vaak een grote drempel. Deze heeft niet zozeer te maken met datgene wat de Relatie-Studio aanbiedt, op voorwaarde dat het niet te gesofistikeerd verpakt wordt, maar veeleer met het menselijk handelingsproces op zich. Deelnemen aan educatiewerk in de Studio wil zeggen: worstelen met de vraag “ga ik mezelf toegeven dat ik nog steeds iets te leren heb en het nog niet allemaal rond is?” Velen blijven liever leven met de illusie “ach, het gaat toch allemaal wel”. Deze zullen nooit de stap zetten. Men dient als het ware stilaan te beseffen dat de mens op de eerste plaats een vragend en zoekend wezen is. Deelnemen aan het werk in de Relatiestudio is zich, met bijstand van anderen, durven problematiseren in het vooruitzicht dat er betere oplossingen in het verschiet liggen en dat door dingen uit te proberen men zelf vanuit eigen ervaring pas kan te weten komen wat deugddoend is. Dit is geen gemakkelijke weg, maar zolang de mens dit handelingsproces niet doorloopt, blijft hij staan. In onze tijd is dit achteruit gaan, aftakelen. De wet van de inertie op sociaal gebied gaat dan spelen. Ik zou zeggen: zalig degenen die dit beseffen en die de moed hebben om door die vraag- en probleemstelling heen te gaan, wetende dat men er doorheen kan en er beter van wordt. Het is toch ook zo dat het niet zomaar zich ergens blindelings in storten is. Er waren veel voorgangers, daar ben ik aldoor mee bezig geweest.”