Een stukje schrijven voor Nand.
Ik denk aan hem, terwijl ik de honderden noten raap onder mijn notenboom.
Ja, dat is het, hij lijkt op mijn notenboom: stevig geplant in dit frisse weilandje, een wijde kroon, honderden noten.
Traag gerijpt, openspringend uit hun beschermende bolster, eenvoudig, voedzaam.
Zo zijn de vruchten die Nand al jaren rond zich verstrooit.
Je hebt ze maar op te rapen.
Je kan ze opnieuw ergens elders planten, om een nieuw notenboompje te krijgen.
Soms vallen ze hard op je kop en schrik je ervan.
En je moet ze eerst kraken.
Net als de inzichten die Nand in overvloed liet vallen.
Simpel.
Voedzaam.
Hard om kraken, soms.
Vruchtbaar, op hun beurt.
Ik kon er jaren van genieten, tijdens de vele sessies met Nand. Dank zij hem mocht ik mijn stage doen in de Relatie-Studio, toen ik voor Vrouwenstudies specialiseerde aan de universiteit te Utrecht.
Toen smaakten zijn noten weer anders, anders gekleurd door mij, telkens weer nieuw en verfrissend.
Ja, Nand was mijn notenboom, al die jaren.
Lieve Vandermeulen.